“Een neuro-endocriene tumor is een specifieke digestieve kanker die een specifieke behandeling vereist.”
Hoe wij de neuro-endocriene tumoren behandelen
Hoewel neuro-endocriene tumoren zich vaak in een spijsverteringsorgaan bevinden, gedragen ze zich niet op dezelfde manier als de andere digestieve kankers. Vaak vereisen ze dan ook een specifieke behandeling.
In het prille begin van de zwangerschap bestaat het embryo uit een hoopje cellen die zich vermenigvuldigen en zich daarbij geleidelijk differentiëren in verschillende organen. Als alle organen gevormd zijn, blijven er nog sporen over van dit differentiatieproces. Een voorbeeld: de neuro-endocriene cellen worden gevormd in de neurale kam (crista neuralis). Die produceert verschillende soorten cellen, waaronder de hersencellen (neuronen) en de ruggenmergcellen. 90% van de neuro-endocriene cellen bevindt zich echter in het spijsverteringskanaal. Net als om het even welke cel kunnen ze muteren en ontaarden tot kankercellen. In dat geval ontstaan er neuro-endocriene tumoren.
De behandeling van neuro-endocriene tumoren gebeurt binnen het Multidisciplinair Oncologisch Overleg (MOC) voor digestieve tumoren van het Institut Jules Bordet.
In de beginfase ondergaat de patiënt dezelfde onderzoeken als voor een digestieve kanker: scanner, MRI (magnetische resonantie) en endoscopie. Tijdens de laboratoriumanalyse van de biopsie (wegnemen van een stukje verdacht weefsel) ontdekt de patholoog soms dat de kankercellen niet digestief, maar neuro-endocrien zijn.
Daarnaast kunnen er ook PET-scan-onderzoeken (positron-emissie-tomografie in combinatie met een scanner) voorgesteld worden, gezien het zowel diagnostische als therapeutische nut van dit onderzoek.
De therapeutische aanpak hangt af van het soort neuro-encodriene tumor.
- Een weinig gedifferentieerde neuro-endocriene tumor (10 tot 15% van de gevallen) is heel agressief en kan snel uitzaaien. Deze tumor wordt behandeld met hetzelfde type chemotherapieën als bij digestieve kankers.
- Een sterk gedifferentieerde neuro-endocriene tumor is een ‘slapende’ kanker die traag evolueert. In dat geval is een specifieke en vernieuwende behandeling geïndiceerd: de zogenaamde ‘theranostische’ methode.
De kankercellen van een sterk gedifferentieerde neuro-endocriene tumor bezitten somatostatinereceptoren. Somatostatine is een darmhormoon dat bestaat in synthetische vorm. De specialisten van het Institut Jules Bordet wijzigen dit synthetisch hormoon door er radioactieve isotopen aan te fixeren: een diagnostisch atoom (gallium-68) en een therapeutisch atoom (yttrium-90 of lutetium-177).
Zodra dit product intraveneus is toegediend aan de patiënt, hecht het zich vast aan de kankercellen en herkent het de somatostatinereceptor. Vervolgens moet de patiënt een PET-scan ondergaan, waarbij de ‘diagnostische’ molecule de tumor kan opsporen en in beeld brengen.
De ‘therapeutische’ molecule van haar kant bestraalt rechtstreeks de tumor, dankzij de radioactieve isotoop die eraan is gehecht. Deze benadering, die therapie en diagnostisch onderzoek combineert, wordt de ‘theranostische methode’ genoemd.
De behandeling van neuro-endocriene kankers is multidisciplinair. Het digestief multidisciplinair oncologisch overleg (MOC) van het Jules Bordet Instituut komt elke week samen om de situatie van elke patiënt te bespreken. De volgende specialisten maken er deel van uit: gastro-enterologen, chirurgen, oncologen, pathologen, specialisten nucleaire geneeskunde, radiotherapeuten, een oncopsycholoog en een coördinerend verpleegkundige oncologische zorg (CVOZ).
De verplegers van het Jules Bordet Instituut, waarvan de meesten gespecialiseerd zijn in oncologie, zetten zich in om de patiënten op een bedachtzame, menselijke en professionele wijze te begeleiden.
Hun rol stopt niet bij de verzorging van de patiënt en het toezien op de behandelingen, maar zij treden ook de families tegemoet, proberen zoveel mogelijk beschikbaar en aanwezig te zijn naast de patiënten en te luisteren naar alles wat hen wordt toevertrouwd. De rol van opvoeding, informatie en ondersteuning maakt integraal deel uit van hun beroep.
Zij streven ernaar de relationele, technische en wetenschappelijke competenties te verwerven, in overeenstemming met de ernst en de complexiteit van de kankerpathologie. De verplegers en verpleegsters hebben met name aandacht voor de behandeling van pijn en andere symptomen die voortvloeien uit de behandelingen van kanker.
Zij nemen ook de functie van opleider waar om de studenten te verwelkomen en te begeleiden en hen in de best mogelijke omstandigheden warm te maken voor dit beroep.
Naast de medische teams staan er nog heel wat gezondheidsprofessionals klaar om de patiënten van het Institut Jules Bordet te begeleiden, zowel ambulant als tijdens een opname. Doel: de patiënt helpen om zo goed mogelijk om te gaan met zijn ziekte, de behandelingen en de gevolgen ervan.
Elk jaar opnieuw wensen vele patiënten onze multidisciplinaire teams een medische ‘tweede advies’ te vragen.
Niet alle artsen of ziekenhuizen beschikken per definitie over de expertise, de ervaring en/of de uitrusting die vereist zijn om elk type van kanker op optimale wijze te benaderen. In het Jules Bordet Instituut is dit het enige waarmee we bezig zijn! Een tweede medische evaluatie vragen, is dus vaak nuttig en geruststellend voor de patiënt. Dat geldt nog meer als het gaat om een zeldzame kanker en/of een kanker waarvoor complexe of innoverende behandelingen nodig zijn.
- Om een ‘tweede advies’ te vragen voor een neuroendocriene tumor: Tel: +32 (0)2 541 34 47
- Om meer te weten omtrent een ‘tweede advies’ zie onze pagina "tweede advies"
Als de behandelingen voor kanker achter de rug zijn en de medische onderzoeken geen enkel spoor van kanker meer tonen, zegt men dat de patiënt in remissie is. Dan begint de follow-up na kanker.
De opvolging na kanker heeft meerdere doelen:
- de lichamelijke en psychische gezondheidstoestand van de patiënt controleren,
- de bijwerkingen op middellange en lange termijn van bepaalde behandelingen aanpakken,
- zo snel mogelijk een eventueel recidief opsporen,
- een nieuwe kanker opsporen.
Er is sprake van een recidief als er na een periode van remissie (een klachtenvrije periode die kan gaan van enkele maanden tot meerdere jaren) weer kankercellen verschijnen. Het gebeurt ook dat eenzelfde patiënt jaren later een andere kanker krijgt. In ieder geval geldt, hoe vroeger het recidief of de kwaadaardige aandoening wordt ontdekt, hoe sneller een nieuwe therapeutische strategie kan worden voorgesteld.