Hoe behandelen we colon- en rectumkankers?
Colorectale kankers behoren tot de meest voorkomende kankers. De medische wereld heeft gelukkig aanzienlijke vooruitgang geboekt waardoor de behandeling ervan verbeterd is. Die behandeling vereist een multidisciplinaire aanpak.
De patiënt ondergaat verschillende onderzoeken om de diagnose te bevestigen en te verfijnen:
- een coloscopie, waarbij één of meer stukjes weefsel van het spijsverteringsslijmvlies worden weggenomen (biopsieën). Het ‘weefselstaal’ wordt vervolgens voor analyse naar het laboratorium gestuurd;
- medische beeldvormingsonderzoeken (radiografie, scan of MRI), om na te gaan hoe sterk de tumor is uitgezet en eventuele metastasen op te sporen;
- voor rectumkankers worden ook een endoscopie en een MRI van de bekkenbodem uitgevoerd om na te gaan of er aangrenzende organen (blaas, eierstokken, prostaat enz.) zijn aangetast.
De therapeutische strategie hangt af van het type kanker, het stadium en de uitbreiding ervan.
Bij een curatieve aanpak worden colonkankers eerst behandeld met chirurgie en vervolgens met chemotherapie. Deze zogenaamde adjuvante (‘postoperatieve’) chemotherapie is bedoeld om de kleine hoopjes kankercellen te vernietigen die niet chirurgisch verwijderd konden worden. Zo niet kunnen deze hoopjes zich verder ontwikkelen en ontaarden in een recidiverende tumor en/of metastasen (uitzaaiingen).
Bij rectumkankers hebben chemotherapie en/of adjuvante radiotherapie ook als doel om recidieven te vermijden.
Bij colorectale kankers in een vergevorderd stadium is de therapeutische strategie ook gebaseerd op een combinatie van deze verschillende behandelingen.
Bij de behandeling van colorectale kankers worden bijna altijd verschillende methoden gecombineerd. Ze is dus per definitie multidisciplinair. Het Multidisciplinair Oncologisch Vverleg (MOC) voor digestieve tumoren van het Institut Jules Bordet komt elke week samen om de situatie van elke patiënt te bespreken. De volgende specialisten maken er deel van uit: gastro-enterologen, chirurgen, medisch oncologen, pathologen, specialisten nucleaire geneeskunde, radiotherapeuten, een oncopsycholoog en een coördinerend verpleegkundige oncologische zorg (CVOZ). Als de colorectale kanker tot levermetastasen leidt, werkt het digestief MOC nauw samen met het hepatisch MOC.
De verplegers van het Jules Bordet Instituut, waarvan de meesten gespecialiseerd zijn in oncologie, zetten zich in om de patiënten op een bedachtzame, menselijke en professionele wijze te begeleiden.
Hun rol stopt niet bij de verzorging van de patiënt en het toezien op de behandelingen, maar zij treden ook de families tegemoet, proberen zoveel mogelijk beschikbaar en aanwezig te zijn naast de patiënten en te luisteren naar alles wat hen wordt toevertrouwd.
De rol van opvoeding, informatie en ondersteuning maakt integraal deel uit van hun beroep.
Zij streven ernaar de relationele, technische en wetenschappelijke competenties te verwerven, in overeenstemming met de ernst en de complexiteit van de kankerpathologie.
De verplegers en verpleegsters hebben met name aandacht voor de behandeling van pijn en andere symptomen die voortvloeien uit de behandelingen van kanker.
Zij nemen ook de functie van opleider waar om de studenten te verwelkomen en te begeleiden en hen in de best mogelijke omstandigheden warm te maken voor dit beroep.
Naast de medische teams staan er nog heel wat gezondheidsprofessionals klaar om de patiënten van het Institut Jules Bordet te begeleiden, zowel ambulant als tijdens een opname. Doel: de patiënt helpen om zo goed mogelijk om te gaan met zijn ziekte, de behandelingen en de gevolgen ervan.
Elk jaar opnieuw wensen vele patiënten onze multidisciplinaire teams een medische ‘tweede advies’ te vragen.
Niet alle artsen of ziekenhuizen beschikken per definitie over de expertise, de ervaring en/of de uitrusting die vereist zijn om elk type van kanker op optimale wijze te benaderen. In het Jules Bordet Instituut is dit het enige waarmee we bezig zijn! Een tweede medische evaluatie vragen, is dus vaak nuttig en geruststellend voor de patiënt. Dat geldt nog meer als het gaat om een zeldzame kanker en/of een kanker waarvoor complexe of innoverende behandelingen nodig zijn.
- Om een ‘tweede advies’ te vragen voor een colorectalekanker: Tel: +32 (0)2 541 30 80
- Om meer te weten omtrent een ‘tweede advies’ zie onze pagina "tweede advies"
Als de behandelingen voor kanker achter de rug zijn en de medische onderzoeken geen enkel spoor van kanker meer tonen, zegt men dat de patiënt in remissie is. Dan begint de follow-up na kanker.
De opvolging na kanker heeft meerdere doelen:
- de lichamelijke en psychische gezondheidstoestand van de patiënt controleren,
- de bijwerkingen op middellange en lange termijn van bepaalde behandelingen aanpakken,
- zo snel mogelijk een eventueel recidief opsporen,
- een nieuwe kanker opsporen.
Er is sprake van een recidief als er na een periode van remissie (een klachtenvrije periode die kan gaan van enkele maanden tot meerdere jaren) weer kankercellen verschijnen. Het gebeurt ook dat eenzelfde patiënt jaren later een andere kanker krijgt. In ieder geval geldt, hoe vroeger het recidief of de kwaadaardige aandoening wordt ontdekt, hoe sneller een nieuwe therapeutische strategie kan worden voorgesteld.