Hoe wij de schildklierkanker behandelen
Het Jules Bordet Instituut behandelt alle soorten schildklierkankers. De meeste van die kankers kunnen worden genezen, maar vereisen tegelijk een correcte evaluatie van het recidiefrisico en een levenslange follow-up.
Om na te gaan of een schildkliernodus (knobbel) kwaadaardig is, voert men eerst een echografie uit om de grootte en de structuur van de knobbel(s) na te gaan, en een bloedanalyse, om de schildklierhormoonconcentraties te bepalen.
In sommige gevallen kan ook een scintigrafie van de schildklier worden uitgevoerd. Het is echter alleen de biopsie, d.w.z. het wegnemen van een stukje knobbel (punctie) en de analyse ervan in het laboratorium, die de kankerdiagnose kan bevestigen.
Chirurgie is de eerste behandeling van schildklierkanker. Daarbij wordt de schildklier volledig of gedeeltelijk verwijderd, en eventueel ook de nabijgelegen lymfeklieren. De operatie hangt af van de grootte van de tumor, de risicofactoren en de eventuele uitbreiding van de kanker. Alles wat wordt weggenomen, wordt hoe dan ook geanalyseerd in het lab.
Voor de vervolgbehandeling zijn er 2 mogelijkheden, afhankelijk van de risicograad van persistentie of recidief van de kanker:
- Bij een laag risico kan een eenvoudige jaarlijkse of halfjaarlijkse follow-up volstaan.
- Ligt het risico op persistentie of recidief hoger, dan is een grondiger balans noodzakelijk. In sommige gevallen wordt een aanvullende behandeling voorgesteld. Het gaat meestal om een vorm van nucleaire geneeskunde op basis van radioactief jodium.
In geval van recidief kunnen meervoudige dosissen radioactief jodium, radiotherapie, een nieuwe operatie of andere lokale behandelingen aangewezen zijn. Chemotherapie wordt voorbehouden voor bepaalde zeldzame en agressievere schildklierkankers (5 tot 15% van de gevallen). Het Jules Bordet Instituut maakt deel uit van EURACAN, een Europees netwerk dat zeldzame kankers bestudeert.
Aan het multidisciplinair oncologisch overleg (MOC) over schildklierkanker nemen endocrinologen deel, medisch oncologen, cervicofaciaal chirurgen (gespecialiseerd in hoofd en hals), pathologen, specialisten nucleaire geneeskunde, de oncopsycholoog en de coördinerend verpleegkundige oncologische zorg (CVOZ). Doel van deze vergaderingen: geval per geval de situatie van elke patiënt evalueren, om de meest aangewezen therapeutische strategie te kunnen voorstellen.
Wie schildklierkanker heeft gehad, heeft een levenslange follow-up nodig. Enerzijds om een eventueel recidief te kunnen opsporen en behandelen. Anderzijds om de hormoonsubstitutietherapie op te volgen. Na het wegnemen van de schildklier moet de patiënt immers levenslang thyroxine nemen, een schildklierhormoon. Deze behandeling moet worden afgestemd op het type kanker en het kankerstadium, maar moet ook voldoen aan andere vereisten (bijvoorbeeld: in geval van zwangerschap, bij oudere patiënten enz.).
De verplegers van het Jules Bordet Instituut, waarvan de meesten gespecialiseerd zijn in oncologie, zetten zich in om de patiënten op een bedachtzame, menselijke en professionele wijze te begeleiden.
Hun rol stopt niet bij de verzorging van de patiënt en het toezien op de behandelingen, maar zij treden ook de families tegemoet, proberen zoveel mogelijk beschikbaar en aanwezig te zijn naast de patiënten en te luisteren naar alles wat hen wordt toevertrouwd. De rol van opvoeding, informatie en ondersteuning maakt integraal deel uit van hun beroep.
Zij streven ernaar de relationele, technische en wetenschappelijke competenties te verwerven, in overeenstemming met de ernst en de complexiteit van de kankerpathologie. De verplegers en verpleegsters hebben met name aandacht voor de behandeling van pijn en andere symptomen die voortvloeien uit de behandelingen van kanker.
Zij nemen ook de functie van opleider waar om de studenten te verwelkomen en te begeleiden en hen in de best mogelijke omstandigheden warm te maken voor dit beroep.
Naast de medische teams staan er nog heel wat gezondheidsprofessionals klaar om de patiënten van het Institut Jules Bordet te begeleiden, zowel ambulant als tijdens een opname. Doel: de patiënt helpen om zo goed mogelijk om te gaan met zijn ziekte, de behandelingen en de gevolgen ervan.
Elk jaar opnieuw wensen vele patiënten onze multidisciplinaire teams een medische ‘tweede advies’ te vragen.
Niet alle artsen of ziekenhuizen beschikken per definitie over de expertise, de ervaring en/of de uitrusting die vereist zijn om elk type van kanker op optimale wijze te benaderen. In het Jules Bordet Instituut is dit het enige waarmee we bezig zijn! Een tweede medische evaluatie vragen, is dus vaak nuttig en geruststellend voor de patiënt. Dat geldt nog meer als het gaat om een zeldzame kanker en/of een kanker waarvoor complexe of innoverende behandelingen nodig zijn.
- Om een ‘tweede advies’ te vragen voor een schildklierkanker: Tel: +32 (0)2 541 34 47
- Om meer te weten omtrent een ‘tweede advies’ zie onze pagina "tweede advies"
Als de behandelingen voor kanker achter de rug zijn en de medische onderzoeken geen enkel spoor van kanker meer tonen, zegt men dat de patiënt in remissie is. Dan begint de follow-up na kanker.
De opvolging na kanker heeft meerdere doelen:
- de lichamelijke en psychische gezondheidstoestand van de patiënt controleren,
- de bijwerkingen op middellange en lange termijn van bepaalde behandelingen aanpakken,
- zo snel mogelijk een eventueel recidief opsporen,
- een nieuwe kanker opsporen.
Er is sprake van een recidief als er na een periode van remissie (een klachtenvrije periode die kan gaan van enkele maanden tot meerdere jaren) weer kankercellen verschijnen. Het gebeurt ook dat eenzelfde patiënt jaren later een andere kanker krijgt. In ieder geval geldt, hoe vroeger het recidief of de kwaadaardige aandoening wordt ontdekt, hoe sneller een nieuwe therapeutische strategie kan worden voorgesteld.