Een tweede advies vragen
Elk jaar komen heel wat patiënten een tweede medisch advies vragen aan de multidisciplinaire teams van het Jules Bordet Instituut.
Niet alle artsen en ziekenhuizen beschikken over dezelfde knowhow, dezelfde ervaring en/of de nodige apparatuur om alle soorten kanker optimaal te kunnen behandelen. In het Jules Bordet Instituut is dit net onze specialiteit! Een tweede medisch advies inwinnen is voor de patiënt dus vaak nuttig en geruststellend. Zeker als het om een zeldzame tumor gaat en/of als er complexe of innovatieve behandelingen nodig zijn.
Bovendien zijn er in het Jules Bordet Instituut soms nog mogelijkheden via klinische studies met nieuwe geneesmiddelen of innovatieve therapieën als alle traditionele therapeutische behandelingen zijn uitgeprobeerd. Onze teams scholen zich voortdurend bij zodat ze op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen. Ze werken ook samen met tal van andere ziekenhuizen in België en in het buitenland. Ze kunnen de patiënt dus ook doorverwijzen naar andere centra waar een mogelijk nuttige behandeling beschikbaar is.
De patiënt neemt contact op met het Onthaal van het Jules Bordet Instituut. Op basis van het soort kanker dat hij heeft, wordt hij doorverwezen naar een arts gespecialiseerd in dit type kanker.
De patiënt bezorgt deze arts in de mate van het mogelijke zijn medische dossier zodat de specialist alle informatie in handen heeft en er niet nodeloos onderzoeken of consultaties worden overgedaan.
Dat betekent concreet dat de patiënt een volledige kopie van zijn dossier vraagt aan de eerste arts en/of aan het ziekenhuis waar hij eerst is behandeld. Zowel de arts als het ziekenhuis zijn wettelijk verplicht om de patiënt het dossier binnen twee weken te bezorgen of te verzenden (1) naar de arts van zijn keuze.
De patiënt hoeft er zich niet verveeld door te voelen: een tweede advies inwinnen behoort tot de rechten van de patiënt. Ook na een behandeling in het Jules Bordet Instituut mag de patiënt een advies vragen in een ander ziekenhuis.
(1) Sommige Belgische ziekenhuizen stellen elkaar bepaalde gegevens ter beschikking via ABRUMET, het Brussels netwerk voor het uitwisselen van medische informatie. De patiënt hoeft dan enkel zijn schriftelijke en door hem ondertekende toestemming te geven aan de ziekenhuizen die bij deze uitwisseling betrokken zijn. Verdere informatie is te verkrijgen aan het onthaal van het Instituut.
Meestal omvat het medisch dossier:
- eventuele verslagen van een ziekenhuisopname of consultatie, rapporten van het multidisciplinair oncologisch consult (MOC) enz.
- de beelden en protocollen van medische beeldvorming (PET-CT, MRI, scans, röntgenfoto’s enz.),
- de analyses van de anatomopathologie (biopsie, chirurgisch verwijderd weefsel, punctie enz.),
- de uitslagen van de bloedonderzoeken (medische biologie).
Ja. De arts van het Jules Bordet Instituut die om een tweede advies wordt gevraagd, vraagt de patiënt altijd op raadpleging te komen om hem vragen te stellen en te onderzoeken. Dat moet hem in staat stellen een objectieve analyse van zijn situatie te maken waarbij alle aspecten betrokken worden (algemene gezondheidstoestand en psychische toestand, symptomen, comorbiditeit, steun van familie enz.) die het succes van de voorgestelde behandelingen kunnen beïnvloeden. Er wordt nooit een advies gegeven enkel en alleen op basis van het dossier. Als de patiëntniet in België woont, onderzoekt het betrokken medische team het dossier om te zien of het nut heeft de patiënt te laten overkomen.
Soms vraagt de arts van het Jules Bordet Instituut het oorspronkelijke ziekenhuis de biopten en operatiestukken van de anatoom-patholoog (=monsters van het verwijderde weefsel) op te sturen om een tweede bevestigingsonderzoek uit te voeren of om aanvullende analyses te doen. De arts kan ook bijkomende onderzoeken voorschrijven.
Tot slot overlegt de arts samen met zijn collega’s (medisch oncoloog, chirurg, radiotherapeut enz.) en - meestal - legt hij de case voor aan het multidisciplinair oncologisch consult (MOC). Daarna stelt hij het eigenlijke tweede advies op. Dit document wordt aan de huisarts van de patiënt en/of aan elke andere arts van zijn keuze bezorgd.