Overslaan en naar de inhoud gaan

Naar een beter begrip en therapie van triple negatieve borstkanker

Persbericht (19/12/2019) 

Naar een beter begrip van triple negatieve borstkanker en nieuwe therapeutische strategiën

Brussel, 19 december 2019 – In een recente publicatie in het Journal of the National Cancer Institute, belicht het laboratorium voor translationeel onderzoek op het gebied van borstkanker van het Instituut Jules Bordet voor het eerst de heterogeniteit van de tumormicro-omgeving en het immuunsysteem bij triple negatieve borstkanker. Dit onderzoek heeft tot doel de therapeutische behandeling te verbeteren van patiënten met dit type kanker, waarvan de prognose vaak slecht is.

BCTL

Triple negatieve borstkanker: een heterogene ziekte
Triple negatieve borstkanker vormt 15% tot 20% van alle borstkankergevallen. Bij deze vorm van borstkanker heeft de tumor geen receptoren voor oestrogeen en progesteron en is er ook geen sprake van overexpressie of amplificatie van het HER2-gen. In vergelijking met andere borstkankersubtypes is de prognose voor dit type borstkanker veel ongunstiger. Hoewel er belangrijke vooruitgang is geboekt bij de behandeling van andere borstkankersubtypes, blijven de behandelingsmogelijkheden voor triple negatieve borstkanker beperkt. Daarom hebben verschillende onderzoeken zich toegelegd op het verkrijgen van een beter begrip van de biologie van dit kankertype. In een recent onderzoek waarbij meer dan 500 patiënten werden geanalyseerd, heeft het team van professor Christos Sotiriou van het Instituut Bordet onder andere aangetoond dat triple negatieve borstkanker een heterogene ziekte is met minstens 5 moleculaire subtypes die gekenmerkt worden door mutaties en expressieprofielen van specifieke genen. Ondanks deze verbeterde karakterisering van triple negatieve borstkanker blijven de therapeutische strategieën tot op heden beperkt.

Heterogeniteit van de tumormicro-omgeving en het immuunsysteem
De micro-omgeving van de tumor, en in het bijzonder die van de immuuncellen, is een belangrijke factor in de reactie op immunotherapie die tot doel heeft de immuunrespons van patiënten tegen de kankercellen te reactiveren. In deze context heeft het team van Professeur Christos Sotiriou besloten om een nog diepgaander onderzoek te voeren naar triple negatieve borstkanker door op moleculair niveau de micro-omgeving van elk subtype van triple negatieve borstkanker te karakteriseren. Zo bestudeerden ze vooral de expressie van de verschillende immuunmarkers waarop de huidige immunotherapieën zich richten, evenals op verschillende biologische processen zoals de vasculariatie of het metabolisme van de tumormicro-omgeving. Deze processen kunnen de reactie op de immunotherapie beïnvloeden en helpen bij het beter identificeren van patiënten die baat kunnen hebben bij dit soort behandeling. Dit onderzoek, dat werd uitgevoerd op een cohort van meer dan 1500 patiënten, toont aan dat elk moleculair subtype verschillende tumormicro-omgevingsprofielen heeft, evenals een specifieke immuunsamenstelling en -lokalisatie. Er zijn drie verschillende subgroepen, afhankelijk van de lokalisatie van de lymfocyten ten opzichte van de tumorcellen. In de eerste subgroep komen lymfocyten in direct contact met de tumorcellen. Patiënten met dit type tumor, met een volledig "ontstoken" ruimtelijke configuratie, zijn degenen voor wie immunotherapie het meest effectief kan zijn. Bij de twee andere subtypes komen de lymfocyten niet in contact met de tumorcellen en blijven ze in of buiten het tumorstroma. In deze gevallen moeten nieuwe therapeutische strategieën worden ontwikkeld die toelaten om de lymfocyten zowel te rekruteren als te activeren.

Naar nieuwe therapeutische strategieën
De resultaten van dit nieuwe onderzoek, gepubliceerd in het JNCI, effenen de weg voor de rationele ontwikkeling van nieuwe immunotherapeutische strategieën die specifiek zijn voor elk moleculair subtype van triple negatieve borstkanker, waardoor een betere behandeling van de patiënten mogelijk wordt.