Actieve opvolging is een strategie voor gelokaliseerde prostaatkanker waarbij de ziekte regelmatig wordt opgevolgd zonder dat er meteen een curatieve behandeling wordt gestart (chirurgie, radiotherapie of focale therapie). Het doel is om onnodige behandeling van weinig agressieve kankers te voorkomen, terwijl het wel mogelijk blijft om in te grijpen als de kanker zich verder ontwikkelt.
Actieve opvolging is geschikt voor patiënten met prostaatkanker met een laag risico. Er zijn verschillende criteria om te bepalen welke patiënten in aanmerking komen voor deze strategie:
- Gleason-score 6 of 7 (ISUP-graad 1 of 2) bij de prostaatbiopsie;
- PSA < 10 ng/ml;
- kanker beperkt tot de prostaat (stadium T1-T2);
- voldoende hoge levensverwachting (> 10 jaar) om een langdurige opvolging te rechtvaardigen.
Actieve opvolging houdt een rigoureuze en gestructureerde medische opvolging in, met onder meer de volgende elementen:
- PSA-meting om de 3 à 6 maanden om de biologische variaties te controleren;
- regelmatig rectaal toucher om de lokale veranderingen te beoordelen;
- jaarlijkse MRI van de prostaat om eventuele radiologische veranderingen op te sporen;
- periodieke prostaatbiopsieën (meestal om de 2 à 3 jaar) om de afwezigheid van agressieve progressie te bevestigen.
In het geval van een ongunstige evolutie (significante toename
Actieve opvolging maakt het patiënten mogelijk om hun levenskwaliteit te behouden door mogelijke bijwerkingen (urine-incontinentie, erectiestoornissen, anejaculatie enz.) van de verschillende behandelingen te vermijden of uit te stellen. De kans op genezing blijft mogelijk, omdat een curatieve behandeling snel kan worden opgestart als de ziekte evolueert. Bovendien is uit studies geen voordeel voor de algehele overleving gebleken door een onmiddellijke behandeling van patiënten met een prostaatkanker met laag risico.
Actieve opvolging brengt bepaalde risico's met zich mee, met name progressie van de kanker, d.w.z. kanker die zich uitbreidt buiten de prostaat. Uit langetermijngegevens blijkt echter dat dat na 15 jaar opvolging bij slechts 5 à 10% van de patiënten gebeurt, en waarschijnlijk minder sinds het systematische gebruik van MRI en MRI-geleide biopsieën. Uit dat lage progressiepercentage blijkt des te meer hoe belangrijk een rigoureuze opvolging en een uiterst nauwkeurige initiële biopsieanalyse zijn. Met die analyse, idealiter in combinatie met MRI-beeldvorming, kan worden verzekerd dat de patiënt voldoet aan de criteria voor laag risico en dat het niet gaat om een onderschatte, agressievere kanker.
Tot slot kunnen sommige patiënten zich angstig voelen in verband met de diagnose, het feit dat er niet actief wordt behandeld, het wachten op PSA-resultaten of de herhaalde biopsieën die moeten worden uitgevoerd. Die bezorgdheid kan worden versterkt door de vrees voor mogelijke bijwerkingen, zoals bloedingen of infecties, hoewel die complicaties zelden voorkomen.
Lees meer over onze prostaatbiopsietechniek
Overbehandeling tegengaan
Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen, maar ontwikkelt zich vaak langzaam, in het bijzonder bij de vormen met een laag risico. Dankzij betere hulpmiddelen om de kanker op te sporen, met name de PSA-meting en het vereenvoudigde gebruik van MRI, worden steeds meer gelokaliseerde, weinig agressieve prostaatkankers ontdekt. Een groot deel van die kankers zal zich echter nooit in klinisch significante mate ontwikkelen tijdens het leven van de patiënt.
Veel patiënten worden desondanks blootgesteld aan curatieve behandelingen (chirurgie, radiotherapie of focale behandelingen) die wel doeltreffend zijn, maar aanzienlijke bijwerkingen zoals urine-incontinentie of erectiestoornissen met zich mee kunnen brengen. Dat fenomeen, bekend als overbehandeling, vormt een grote uitdaging omdat het de levenskwaliteit aantast zonder de algehele overleving te verbeteren.
Als antwoord op dat probleem is actieve opvolging ontwikkeld, een veilig alternatief dat geschikt is voor patiënten met prostaatkanker met een laag risico. Onnodige behandelingen kunnen worden vermeden en de levenskwaliteit van de patiënten wordt niet aangetast. Ze moeten alleen regelmatig worden opgevolgd.